Blog Layout

Blog

info@janavanderpennen.nl

De kunst van ontmoeten

Een van eerste en belangrijkste lessen die ik leerde tijdens mijn waardevolle burn-out was: ontmoeten.

Hoeveel van ons doen dingen vanuit een “moeten”?
Hoeveel “moeten” we eigenlijk van onszelf?
En hoe kunnen we ervoor zorgen dat we de druk voor onszelf verlagen, zowel tijdens als na een burn-out?

Het (inhoudelijke) antwoord daarop is veelzijdig, maar de kern is samen te vatten in twee woorden:

ontmoet jezelf.

In deze blog ga ik verder in op de drie verschillende kanten van deze belangrijke les, inclusief enkele simpele praktische handvatten die je zullen helpen bij het oefenen hierin. Eerst kort iets over het woord ‘moeten’ zelf.

1 Het woord “moeten”

Het woord “moeten” is flink in ons taalgebruik verankerd. Het woord heeft volgens de Van Dale acht verschillende definities, waaronder:

●verplicht zijn tot;
●nodig zijn, horen;
●noodzakelijk geacht worden; onvermijdelijk zijn.

Als ik om me heen kijk en luister zijn dit de meest voorkomende vormen waarin het woord “moeten” gebruikt wordt. Ze brengen allemaal een soort druk met zich mee: je krijgt al snel (onbewust) een negatief gevoel als iemand het woord gebruikt.

2. Jouw relatie met “moeten”

Het negatieve gevoel wordt veroorzaakt door de relatie die jij met het woord hebt.

Vraag: wat is jouw relatie met het woord ‘moeten’? Wat is het eerste dat in je opkomt bij dit woord?

Als je een burn-out hebt (gehad) is de kans groot dat je enigszins negatief reageert op het woord ‘moeten’. Het kan staan voor de lange to-do lijstjes die je (van jezelf) moet afwerken, de vele dingen die je nog moet doen,  je baas die allerlei dingen van je wil, een te hoge werkdruk, een druk om te presteren, werkzaamheden die je werden opgelegd, etc. Door jouw relatie met het woord leg je jezelf elke keer als je het woord gebruikt een bepaalde “negatieve druk” op.

3 Ontmoeten 1.0: bewustwording

De eerste manier om jezelf te ontmoeten ziet dus ook op het creëren van bewustwording rond het gebruik van het woord en de relatie die jij hebt met dit woord.

Vraag: hoe vaak gebruik jij het woord “moeten” op een dag?


Houd een week lang bij hoe vaak je het woord gebruikt. Probeer je elke keer bewust te zijn van het gebruik èn van je reactie/relatie met het woord op dat moment. Kijk vervolgens of je het woord kunt vervangen (of de hele zin anders kunt formuleren) door een woord (zin) dat een positief gevoel bij je oproept. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de woorden “willen”, “kiezen”, “gaan”, etc. Je zult zien dat het gebruik van deze woorden minder druk en daarmee meer ruimte creëert in je dagelijkse leven.

4 Ontmoeten 2.0: focus je op dat waar je zelf voor kiest

Het tweede aspect van ‘ontmoeten’ ziet op het stoppen met het doen van dingen waarvan je het gevoel hebt dat je ze moet doen (van jezelf of van een ander). Bevrijd jezelf van de druk die je jezelf oplegt en focus je op wat je graag wilt doen. Kies uitdrukkelijk voor jezelf en volg je eigen behoeftes. Geen zin in de was opvouwen maar wel in het lezen van een boek? Lees het boek. Liever een ijsje halen dan boodschappen doen? Haal het ijsje. Doe precies die dingen waar je energie van krijgt en laat de rest even lekker achterwege. Zo “ont-moet” je jezelf, elke keer weer.

5 Ontmoeten 3.0: leer jezelf kennen

Het derde en laatste aspect van ‘ontmoeten’ ziet op het leren kennen van jezelf. Wat/wie maakt jou blij? Waar/van wie krijg je energie van? Wat/wie trekt energie weg van je? Kijk nieuwsgierig naar jezelf, alsof je voor de eerste keer kennis maakt, keer op keer. De antwoorden op deze vragen helpen je in het inrichten van je leven op een manier die aansluit op jou en jouw behoeftes en voorkeuren. Want dat is hoe je weer back on track komt èn blijft.

Ps. de andere kant van de medaille 'ontmoeten' is 'jezelf onvoorwaardelijk dingen gunnen'. Daarover meer in deze blog :)


Sharing = caring

door Jana van der Pennen 23 dec, 2020
Een van de uitdagingen die je tegenkomt wanneer je aan het opkrabbelen bent na een burn-out is het omgaan met de angst voor een terugval. Elk klein signaal van je lichaam dat je ook maar enigszins doet denken aan wat je eerder hebt ervaren, kan weer nieuwe stress opleveren. Hoe komt dit toch? En wat kun je er tegen doen? Je bent niet de enige Om te beginnen: je bent niet de enige die hier tegenaan loopt. Deze angst is niet uitzonderlijk. Iedereen ervaart dit, in meer of mindere mate. Door de klap van de burn-out hebben we vaak opnieuw ons lichaam moeten leren voelen. Plus we vertrouwen het lichaam misschien ook nog niet helemaal. Bovendien gaat het lichamelijk herstel vaak nog met ups en downs. Om nog maar niet te spreken van de mindfucks die ons gek kunnen maken: Kan ik dit wel weer aan? Ga ik niet weer over mijn eigen grenzen? Waar ligt mijn grens eigenlijk? Wat nu als dit niet lukt? Ik wil niet (weer) falen. Ik ga me echt weer schamen als ik dit niet aan kan. O nee, het lukt niet. En ga zo maar door. Er zijn vele varianten, dat weet je zelf denk ik maar al te goed ;) De gedachte alleen al…! In een stressvolle situatie wordt er - simpel gezegd - een mechanisme in gang gezet door je brein. Dit vecht-of-vlucht mechanisme maakt ons lichaam feitelijk klaar om in een gevaarlijke situatie alles te doen wat nodig is om onszelf te redden. Gevaar kan reëel zijn, zoals oversteken als er een bus aankomt. Het brein beschouwt een gedachteassociatie aan een eerdere stressvolle situatie echter ook als ‘gevaar’. Een gedachteassociatie houdt in dat in gedachten verschillende dingen met elkaar in verband worden gebracht. Het is per definitie persoonlijk, want het is gebaseerd op ervaringen van die betreffende persoon. Een voorbeeld Een voorbeeld. Je vorige beoordeling op werk was matig. Je baas heeft aangegeven dat je beter je best moet gaan doen, omdat dit anders gevolgen kan hebben voor je aanstelling. Je krijgt een e-mail binnen met daarin de datum voor je volgende beoordeling. Dit doet je weer denken aan je vorige beoordeling. Het roept de nare gevoelens op die je toen voelde. Je voelt stress opkomen, want je weet niet wat er deze keer gaat gebeuren. Angst bekruipt je dat je niet goed genoeg je best hebt gedaan en misschien wel ontslagen gaat worden. De weken voorafgaand aan het gesprek blijf je stress ervaren, terugdenkend aan het vorige gesprek. Wat gebeurt er nu? Je associeert hier ‘beoordelingsgesprek’ met ‘negatieve uitkomst’ of - nog gemakkelijker gezegd ‘slecht’ en ‘stress’. Dit roept angst op voor (weer) een slechte beoordeling. Misschien lig je er wel uit. Realistisch gezien, kan je dit helemaal nog niet weten. De beoordeling ligt immers nog in de toekomst. Je hebt geen aanwijzingen gehad dat je functioneren is verslechterd. Je hebt erg je best gedaan. Veel is veranderd in een jaar. Maar dat maakt allemaal niet uit, want als de link maar sterk genoeg is (en dat is het nogal snel) dan legt je brein de link automatisch. En creëert zo een lichamelijke reactie op een (voor het brein) stressvolle situatie. Met alle gevolgen van dien. Als je een positieve beoordeling zou hebben gehad, had de e-mail met een nieuwe datum misschien wel wat spanning veroorzaakt (want een beoordeling is altijd ergens wel spannend), maar was er geen link gelegd met iets negatiefs. ‘Beoordeling’ was dan gelinkt met ‘goed’. Het brein had dan de e-mail en bijbehorende situatie niet gesignaleerd als ‘gevaar’ en een stressreactie blijft uit. De link met een burn-out Hetzelfde gebeurt wanneer je opkrabbelt na een burn-out en je iets ervaart dat je (onbewust) linkt aan je burn-out. Bijvoorbeeld spanning in je schouders, zeurende hoofdpijn, moeheid, pijn in je lichaam. Het kan een symptoom zijn dat je hebt gevoeld toen je een burn-out had, een omgeving (bijvoorbeeld je werkomgeving) of een persoon (bijvoorbeeld de bedrijfsarts). Over het algemeen vinden we namelijk wat van onze burn-out. En dat wat we ervan vinden, is meestal niet iets positiefs. Het kan een gevoel van schaamte of falen oproepen. We herinneren ons de pijn. Het thuiszitten. Alleen. De ups en downs, onzekerheid. Kortom: vaak associëren we de burn-out met iets negatiefs. Simpel gezegd: burn-out = slecht. Alles wat ons dus (onbewust) doet denken aan de burn-out, roept iets negatiefs in ons op “dat we absoluut niet meer willen” (!). De gedachte alleen al roept angst op. Herkenbaar? En daar zit het moment dat het brein ‘gevaar’ signaleert. Zo wordt stress veroorzaakt. En dat wil je niet. Want stress = slecht! (denkt je brein. Want dit is weer een andere gedachteassociatie die veel mensen hebben. Een onjuiste overigens! In een latere blog meer hierover) Dit vergroot uiteindelijk de angst voor terugval nog meer. En zo kan je in een vicieuze cirkel terechtkomen. Angst: goede en slechte raadgever Angst kan een goede raadgever zijn. Het maakt ons alert en kan ons helpen om de juiste keuzes te maken. De angst voor terugval in een burn-out kan een reële angst zijn. De weg naar duurzaam herstel is namelijk een weg van vallen en opstaan. Van continue proberen en experimenteren wat goed voelt, waar we energie voor hebben, wat ons energie kost en hoeveel rust we nodig hebben. Dit leren we door vallen en opstaan. Such is life. In dit proces geeft ons lichaam ons continue seintjes waar we van kunnen leren en die we serieus moeten nemen. We leren weer opnieuw naar ons lichaam luisteren. Het is echter onvermijdelijk dat we hierbij een keer weer over onze grenzen heen gaan. Dat is ok, zolang we onszelf maar voldoende rust gunnen na afloop. Angst voor terugval en stress kan je echter ook volledig blokkeren, wanneer we te voorzichtig worden en alles uit de weg gaan wat mogelijk stress tot gevolg kan hebben. Dit kan er uiteindelijk voor zorgen dat je vast komt te zitten in de “stilzit” modus. Hiermee blokkeer je uiteindelijk de weg naar het opbouwen van een vitaal leven na de burn-out. Wat kun je er tegen doen? Bewustwording Allereerst is het van belang dat je je bewust wordt van wat er gebeurt. Leer herkennen welke gedachteassociaties stress oproepen. Probeer je bewust te zijn van de momenten waarop er zo’n link wordt gelegd. Dat vergt enige oefening en zal de ene keer beter gaan dan de andere keer. Dat is normaal. Zodra je je bewust wordt van een gedachteassociatie en/of de (lichamelijke) reactie daarop, sluit dan je ogen. Haal een paar keer diep adem. Onderzoek bewust en met een neutrale, open houding wat er gebeurt in jezelf. Welke gedachten komen voorbij? Wat voel je in je lichaam? Het kan nuttig zijn om in een schrijfboekje bij te houden waar je je bevond, wat je aan het doen was (of juist niet), met wie je was, etc. Kortom: alles wat relevant kan zijn en een link activeerde. Schrijf ook op wat voor lichamelijke reactie plaatsvond. Acceptatie De volgende stap is acceptatie. Accepteer de angst voor terugval. Accepteer de angst voor stress. Accepteer alle angst die je ervaart. Stop met je ertegen te verzetten. Verzetten kost energie en deze energie heeft je lichaam hard nodig om te herstellen. Stop het verzet en je zult merken dat je angst zachter wordt. En op een gegeven moment weer verdwijnt. Herhaal dit proces elke keer als je soortgelijke angst ervaart. Gun jezelf tijd om te wennen Het is enerzijds van belang om jezelf enerzijds de tijd te gunnen om te wennen aan het opbouwen van een nieuw dag- en werkritme. Maar anderzijds is het ook belangrijk om weer te wennen aan moeheid, stress en lichamelijke kwaaltjes. Ze zijn namelijk niet altijd het gevolg van een burn-out. Een leven vrij van stress, pijn en moeheid is een illusie. Soms is het er nou eenmaal en dat is helemaal ok. Daar is niks mis mee. Het gaat erom hoe je ermee omgaat. Schiet je direct in verzet? Of accepteer je waar je geen invloed op hebt en verander je waar je wel invloed op hebt? Aan jou de keuze. Verbreek de link Tot slot: verbreek de link. Verander hoe jij tegen een burn-out aankijkt. Probeer de burn-out te zien als iets dat je sterker maakt. Iets waar je van kan leren. Iets wat je dichter bij jezelf brengt. Een moment van persoonlijke reset. Een kans om je leven te veranderen. Kortom: iets om van te houden! Angst voor terugval is heel normaal en niks om je zorgen over te maken. Zorg er wel voor dat je altijd goed naar je lichaam blijft luisteren. Als klachten (weer) voor langere tijd aanhouden, neem dan even weer een stapje terug en bouw (extra) rustmomenten in. Neem bij twijfel altijd contact op met je arts.
door Jana van der Pennen 23 dec, 2020
Slaap is essentieel om lichaam en geest tot rust te brengen. Veel mensen die een burn-out hebben (gehad) of (langdurig) stress kennen komen moeilijk in slaap of slapen onrustig. Dit beïnvloedt de energie die we op een dag hebben en onze algehele gezondheid. Hieronder vind je 10 tips om de kwaliteit van je slaap te verbeteren. 1.Slaap heeft baat bij regelmaat en ritme. Ga op dezelfde tijd slapen en slaap gemiddeld hetzelfde aantal uren. Houdt vaste bedtijden aan en slaap niet te lang. Soms is het zelfs beter om iets korter te slapen zodat je de dag erna moe genoeg bent om in slaap te vallen in de avond. 2.Slaap in cycli van 1,5 uur. 3.Houdt je slaapkamer “schoon”, dus vrij van alles wat niet met slaap te maken heeft. Zoals een televisie, laptop, telefoon, boeken, etc. 4.Vermijd (slaapmutsjes met) alcohol: van alcohol ga je oppervlakkig en licht slapen. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van je slaap. 5.Ben je een piekeraar? Vermijd dan je slaapkamer en bed. Pieker bij uitstek buiten je slaapkamer. Kies een specifiek moment overdag (bijvoorbeeld tussen 5 uur en half 6) dat je volledig in het teken van piekeren zet. Dit wordt je vaste “piekermomentje”. Tijdens dit moment mag je volledig los ;) Gebruik deze tijd optimaal om te piekeren en zet een wekker die je herinnert zodra de tijd voorbij is. Om het piekeren uit je hoofd te krijgen, kan het helpen om ze uit te spreken of op te schrijven. Denk hierbij niet na, maar laat alles eruit wat eruit wilt, zonder oordeel over wat eruit komt. 6.Drink na 16:00 uur geen koffie of andere cafeïne-houdende dranken (zoals cola of energiedrank). 7.Zorg voor warmte op je huid. Neem bijvoorbeeld een warm bad of hete douche 2-2,5 uur voordat je naar bed gaat. Je lichaam slaat deze warmte op en verhuist dit naar je huid waardoor je gemakkelijker in slaap valt. 8.Laat je telefoon, laptop of tablet ten minste 1,5 uur voordat je gaat slapen met rust. Blauw licht vermindert de melatonine aanmaak in je hersenen (= slaaphormoon). Als je wel gebruik maakt hiervan, schakel dan de nachtstand in (= minder blauw licht) of download een app die dat voor je doet (bijvoorbeeld f.lux voor windows). Zorg er überhaupt voor dat je overdag zo veel mogelijk en in de avond zo min mogelijk licht ontvangt in de avond voor een efficiënte aanmaak van melatonine gedurende een dag. 9.Koop een losse wekker en gebruik die in plaats van je telefoon. Leg je telefoon op een andere kamer dan je slaapkamer. Dit voorkomt dat je ‘s nachts als je wakker wordt en niet kunt slapen, je “even snel” op social media gaat kijken (wat je nachtrust niet ten goede komt) en dat je gaat slapen en opstaat met je telefoon. 10.Doe een ontspanningsoefening voordat je gaat slapen, zoals yoga nidra. Op spotify en youtube zijn vele gratis varianten van begeleide ontspanningsoefeningen te vinden. Sweet dreams!
Meer posts
Share by: